Een weerzien met bekenden uit Arkham

Na de hondsberoerde Klaus achter te hebben gelaten in het hotel was ik op pad gegaan naar het British Museum. De tentoonstelling over de Maya’s die daar was geopend bestond uit de collectie van ene Alfred Maudslay. In Zuid en Midden Amerika had de man uitgebreid onderzoek gedaan naar de sculpturen en hiërogliefen die de Maya’s daar hadden achtergelaten. Niemand kan die in deze tijd meer lezen, maar wellicht, net als in het geval van de vondst van de Steen van Rosetta (eveneens in het British Museum), zal er in de toekomst iets kunnen gebeuren dat dit wel mogelijk zal maken. Maudslay had dus met gips afdrukken gemaakt van deze sculpturen en ze naar Engeland laten vervoeren om veilig te stellen, aangezien de originelen te groot en zwaar waren om te vervoeren. Deze monumentale artefacten en andere relikwieën van de Maya’s waren fascinerend en ik was blij dat ik de kans had gekregen om deze tentoonstelling te aanschouwen.

En ik was compleet verrast dat ik niet de enige uit Arkham was die hier aanwezig was. Mijn collega Benjamin Cromwell en zijn vriend Dr. Jones bleken ook te zijn uitgenodigd. Het was een bijzonder welkom weerzien zo ver van huis. Kort na deze onverwachte reünie kwam ook professor Smith zich even bij ons voegen. Ik had hem al jaren niet gezien of gesproken. Hij had helaas nu niet zo veel tijd, maar nodigde ons allemaal uit om over twee dagen een lezing van hem bij te komen wonen. De afgelopen jaren was hij steeds geïnteresseerder geraakt in parapsychologische zaken en het onderwerp van de lezing zou daarmee samenhangen. Hij wilde verder nu niet te teveel verklappen, dus als we benieuwd waren, zouden we maar moeten komen. Nou, uiteraard. De lezing was op het Imperial Institute in Kensington, een nogal chique locatie, dus drukte hij ons op het hart dat we wel gekleed moesten zijn voor de gelegenheid. Twee dagen de tijd om een nette jurk te vinden in deze wereldstad dus. Dat was geen straf.

Ben en Sjoerd hadden echter eerst andere winkelplannen. Het meenemen van hun gebruikelijke wapenarsenaal was op de boot hierheen niet mogelijk geweest en blijkbaar voelden de heren zich wat ‘naakt.’ Bij de barman van een wat louche pub aan de Thames wist Ben een adres te achterhalen van een antiquair die onder de toonbank ook in wapens zou handelen. De volgende dag ben ik maar met ze meegegaan (Klaus was nog steeds niet aanspreekbaar vertelde het kamermeisje in het hotel me).

Het winkeltje bleek inderdaad te bestaan en werd gerund door een Turks uitziende man getooid met een opvallende rode fez. En, als je de juiste vraag stelde, bleek hij inderdaad wapens te verkopen. Mijn twee kompanen bleken redelijk specifieke eisen te hebben waar het hun vuurwapens betrof. Het is me onduidelijk wat ze met dergelijke grote geweren en pistolen van plan zijn hier, maar volgens mij waren ze uiteindelijk, ondanks dat explosieven niet verkrijgbaar bleken, redelijk tevreden met hun aankopen.

Daarna was er gelukkig nog voldoende tijd om de bezienswaardigheden van Londen zelf eindelijk eens goed te gaan bekijken en een jurk (en een nieuw pak voor Ben) te kopen voor professor Smith’s lezing. Ik ben zeer benieuwd naar wat hij vanavond te melden heeft.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *