Verschillende dagen zijn inmiddels verstreken sinds ik de inkt van deze dagboekpen heb laten vloeien, doch de tumulten van het lot hebben zich ondertussen opgestapeld. Uit deze hoek van Parijs, het hotel Balmoral, met zijn nabijheid tot de Arc de Triomphe en de Avenue des Champs-Élysées, waar Klaus heeft ons vandaag hier ingecheckt, deel ik deze woorden.
Laat ik u eerst bijpraten over de tumultueuze gebeurtenissen die zich afspeelden sinds mijn laatste epistel, toen ik nog in Londen verbleef in het gezelschap van Benjamin Cromwell en Dr. Sjoerd Jones. Na de verontrustende onthullingen van Professor Smith met betrekking tot het Sedefkar Simulacrum, vlijde ik mijn vermoeide lichaam ter ruste, overmand door een dreigend voorgevoel. In de stille omhelzing van de nacht, in een droomloze slaap, heerste een onheilspellende leegte. Bij het ochtendgloren bleek mijn vrees bewaarheid.
De heren Cromwell en Jones bleken plotsklaps als sneeuw voor de zon verdwenen, zonder enig spoor achter te laten. Het hotel had hen reeds uitgecheckt en het geld, duizend pond dat wij van Professor Smith hadden ontvangen om onze queeste te bekostigen, was evenmin te bespeuren. De receptioniste meende de zak met geld die ochtend echter in de handen van Benjamin te hebben zien rusten. In één ademstoot stond het fundament van onze onderneming op het punt van instorten. Ik beschik niet over de middelen om een dergelijke reis zelf te financieren, doch gelukkig onthulde zich een lichtpunt: Klaus was hersteld van zijn buikgriep. Na een uitgebreide briefing over alle gebeurtenissen en onthullingen, zag ook hij het duidelijk voor zich: het pad dat Professor Smith ons had getoond, moest worden vervolgd, en Klaus bezat de nodige financiële middelen om dit waar te maken. Zo werd het besluit om door te gaan met onze reis genomen.

Aangezien de aanwijzingen omtrent het simulacrum ons voerden naar steden en landen langs de route van de Orient Express, leek het een goed plan om tickets voor deze trein te boeken. De kosten voor een eersteklas tickets bedroegen maar liefst ruim £ 21, doch de kosten voor twee van dergelijke tickets werden door Klaus met gemak gedragen.

Echter, voordat we op pad konden gaan, waren er nog enkele zaken te regelen en uit te zoeken. Klaus had behoefte aan een camera, en we besloten reisgidsen aan te schaffen om ons te leiden op onze bestemmingen en taalbarrières te overbruggen. Wat betreft extra kleding voor de lange reis, scheen Parijs mij de aangewezen plek. Bovendien ontdekte een bezoek aan de British Library dat de Bibliothèque Nationale in Parijs mogelijk aanvullende informatie over het Sedefkar Simulacrum bevatte. Om toegang te krijgen tot deze bron, schreven we ons vooraf in via de Franse ambassade. Wat betreft de Sedefkar Scrolls zetten we het Topkapi Museum in Constantinopel alvast op onze lijst, daar deze documenten mogelijk tot kort voor de Grote Oorlog aldaar lagen.
En zo waren we uiteindelijk gereed om aan deze nieuwe reis te beginnen. Vanochtend vroeg vertrokken we per trein naar Dover, waar we per veerboot de oversteek zouden maken naar Calais. Klaus hoopte dit moment te bekronen met een fles champagne, maar een onverwachte hevige storm deed mijn maag protesteren tegen een dergelijke frivoliteit. Desalniettemin duurde de overtocht niet lang en bereikten we het Europese vasteland, zij het met enige vertraging.

Enige uren per trein later arriveerden we in de Lichtstad bij het vallen van de avond. Klaus vond vervolgens dit schitterende etablissement voor ons, waar we zojuist samen dineerden, plannen smeedden voor de komende dagen, en onderwijl alsnog een fles champagne ontkurkten en leegdronken. Nu is het tijd voor welverdiende rust, en morgen zal ons onthullen welke geheimen de toekomst in petto heeft.