De lugubere historie van Fenalik

In de afgelopen twee dagen hebben wij gruwelijke geheimen ontrafeld over Comte Fenalik en het Sedefkar Simulacrum. Een Parijse student, genaamd Remi Vangeim, is bezig met een belangrijke taak, het doorspitten van de verstofte archieven van de Bibliothèque Nationale. In de weken voorafgaand aan de Franse revolutie, hebben zich hier in de omgeving van Parijs verschrikkingen afgespeeld die de moedigste ziel zouden doen huiveren. En in deze macabere historie bevond zich Fenalik als het sinistere centrum.

Fenalik, oorspronkelijk een Duitse edelman, had zich in Frankrijk gevestigd. Daar werd hij aanvankelijk omhelsd door de elite en zelfs in de hoven van koningen bewoog hij zich met elegantie. Doch, in juni 1789, veranderde het lot van deze heer. De autoriteiten, met hun zenuwen overprikkeld door onheilspellende geruchten, betraden zijn villa in Poissy, net buiten de Lichtstad. Wat zij ontdekten, tartte de grenzen van het menselijk begrip, want in de krochten onder zijn woning voltrokken zich onuitsprekelijke gruwelen. De archieven van de bibliotheek fluisteren over sadistische rituelen en folteringen, diep verborgen in het bedorven weefsel van het huis. Uiteindelijk, in hun moment van verdoemenis, oordeelden de machten dat zij moesten ingrijpen. Het huis van Fenalik werd verzwolgen door vlammen, en de Comte bleek voor eeuwig opgesloten in de krankzinnige spelonken van zijn eigen ziel.

Het is rond deze gruweldaden dat het Sedefkar Simulacrum, dat in het bezit was van de Comte, in stukken werd gebroken en in de schaduwen des tijds verdween. Wij hopen dat een deel ervan nog altijd sluimert in de duistere gewelven onder het huis, zoals de verslagen suggereren. Doch, voordat wij dat mysterieuze onderaardse verblijf kunnen ontsluieren, moeten wij eerst de villa zelf zien te vinden. Dat staat morgen op het programma, wanneer wij Poissy betreden, en onze harten kloppen met een mengeling van verwachting en vrees.

Het blijkt dat er weinig meer informatie te putten valt uit de donkere archieven van de bibliotheek, en als Remi te geloven is, is de duisternis nog dichter geworden als gevolg van de bloedige tumult van de revolutie. Bovengenoemde kennis kostte Remi enkele volle dagen hard werk en gaven tegelijk mij en Klaus enige tijd om Parijs te verkennen.

De stad bood ons vele bezienswaardigheden. Dat mag geen verrassing heten voor een stad van dergelijk statuur. Onder de schaduw van de Eiffeltoren vonden wij welkome verpozing, nippend aan champagne, verloren in de mysteries van deze betoverende stad.

Natuurlijk, het Louvre werd door ons bezocht, en wij schreden voort om de gevierde Mona Lisa met onze eigen ogen te aanschouwen. Doch, de verheven verwachtingen vervaagden in een sluier van onheil. In de duisternis van een andere zaal, gevuld met werken uit de tijd van Lodewijk XVI, ondergingen Klaus en ik een angstaanjagend schouwspel. Uit een verre hoek van de expositieruimte klonken onheilspellende fluisteringen, maar toen onze ogen de bron trachtten te onthullen, bleek er niets te zijn dan de leegte. En toch, in diezelfde hoek, onthulde een schilderij van een sinister ogende edelman zich aan ons, zonder enige vermelding van de geportretteerde of de kunstenaar. Niettemin, bekroop mij het ongemakkelijke gevoel dat wij staarden naar het gelaat van Comte Fenalik zelf.

Morgenochtend zullen Klaus en ik afreizen naar Poissy. Hopelijk is er nog iets terug te vinden van de oude villa en de vertrekken daaronder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *