
Een schaduw dwaalt door Milanese straten,
Een sinister ballet van verlaten stegen.
Onder schimmig licht, fluisteren de keien,
Verhalen van vervlogen tijd, vergeten geheimen.
De stad zwijgt in een mysterieuze dans,
In de leegte echoën voetstappen van het verleden.
De geest van de tijd fluistert zacht,
In de nacht waar verlatenheid en angst gedijen.
Cyclopische gebouwen, ooit vol leven en licht,
Nu hult de stilte hen als een duistere spelonk.
De schimmen van de tijd dansen traag,
In de straten van Milaan, een macabere wals.