Een sinistere cult

Om de mogelijke betrokkenheid van Flavio Conti bij de lugubere moord op Ennio Spinola te onderzoeken, besloten Klaus en ik om de man thuis te gaan bezoeken. In plaats van omzichtig om de hete brij heen te draaien, hadden we het plan opgevat om hem min of meer direct te gaan confronteren met het feit dat de onfortuinlijke man in een pakhuis van de firma Conti was vermoord. We waren erg benieuwd naar zijn reactie.

Aangekomen bij diens grote, statige huis, viel ons oog direct op een Alfa Romeo RL in de garage. Hetzelfde type auto waarin mevrouw Cavollaro voor het laatst was gezien. Onder het mom van twee Pinkerton detectives werden we binnengelaten door de butler en naar Conti’s kantoor geleid waar wij in een fauteuil tegenover hem plaatsnamen aan diens bureau. Conti bleek een man achter in de 50, met een pezig lichaam, maar wel blakend van gezondheid. Ik miste het in eerste instantie, maar Klaus, scherp als hij kan zijn, bemerkte direct een vers litteken op Conti’s borst.

Ik besloot met de deur in huis te vallen en direct te informeren of hij bekend was met het slachtoffer. Hij ontkende, maar ik zag direct dat hij loog. Na een korte, verdere uiteenzetting van onze bevindingen en de sporen die we hadden aangetroffen van een duister ritueel veerde Conti ineens op en greep een revolver die hij onder zijn bureau verborgen had gehouden. Klaus reageerde alert, trok zijn degen en stak Conti ermee in de arm. Als gevolg liet Conti zijn wapen vallen en kon ik zijn pistool van het bureau grissen. Het gevaar leek even geweken met Conti die achter zijn bureau wegdook.

Onder bedreiging van de degen van Klaus en Conti’s eigen wapen dat ik op hem gericht hield, biechtte hij op dat hij lid was van de Brothers of the Skin, de naam van een cult die ik in London eerder tegen was gekomen. Hij gaf aan niet zelf de lokale afdeling te leiden, maar dat dat Arturo Faccia zou zijn, een naam die we ook in het krantenartikel hadden gelezen. We wilden graag nog meer van Conti te weten komen, maar onze aandacht was blijkbaar enigszins verslapt, want voor wij doorhadden wat er gebeurde, trok de man een dolk uit zijn jas en doorboorde hiermee zijn eigen hart. Met verslagenheid keek ik naar de zich steeds verder verspreidende plas bloed op het tapijt.

Om te voorkomen dat we net als in Lausanne geconfronteerd zouden worden met de politie, besloten we dat haast nu geboden was en we niet te lang moesten dralen. Een korte inspectie van het bureau leverde ons nog wel een belangrijke aanwijzing op: de dienstregeling van de Orient Express op de dag van de aankomst en verdwijning van Caterina Cavollaro, het relevante tijdstip omcirkeld. Tezamen met de aanwezigheid van de auto in de garage, besloot ik voor mezelf dat dit haast geen toeval kon zijn. Deze cultus moest wel verantwoordelijk zijn voor Caterina’s verdwijning. Hemelzijdank konden wij het pand weer ongezien verlaten.

Na dit huiveringwekkende voorval wilden wij meer te weten komen over Arturo Faccia en besloten te proberen de reporter te vinden die het stukje in de krant hedenochtend had geschreven. Een taxi zette ons af voor de deur van ‘Avanti,’ de krant van de socialisten. Ondanks dat de reporter zelf niet aanwezig was, kon de redactie ons daar wel vertellen dat Faccia, net als Conti, een rijke zakenman was die zich in de hogere maatschappelijke kringen bevond en eveneens een frequent bezoeker van de opera was. Een bij de krant aanwezige foto toonde een man met een gestileerde snor en imponerende gelaatstrekken.

Het naderde inmiddels al het einde van de middag. In plaats van verder onderzoek te doen, besloten we de kans te nemen dat we Faccia deze avond wel zouden kunnen treffen in La Scala bij de opvoering van Aida. Tijd om terug te keren naar ons hotel in de Galleria Vittorio Emanuele II dus. Daar aangekomen viel ons oog op wederom een artikel in de krant.

Voor het bezoek aan de opera is het gebruikelijk, zeker in Italië, om zo chique mogelijk gekleed te gaan. Wij wilden uiteraard niet uit de toon vallen of te veel onnodige aandacht trekken, dus hebben we ons vooraf in deze modestad nog in razende snelheid een nieuw kostuum laten aanmeten. Klaus een strak kostuum en bijbehorende hoed. En tot mijn verbazing had hij ook een zeer sterk idee hoe mijn jurk en verdere aankleding voor deze avond eruit zou moeten zien. Ik besloot hem zijn plezier te gunnen en was niet teleurgesteld over zijn keuze. Thuis in Arkham was deze jurk schandalig bevonden, maar hier in Milaan viel het niet uit de toon. Ruim voor aanvang van de voorstelling togen wij naar La Scala, die ondanks het jammerlijk ontbreken van diens grote ster toch voortgang zou krijgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *