Er is ons in de afgelopen dagen een hoop overkomen en er is veel om over te schrijven. Ik zou willen dat ik de tijd had om hier uitgebreid verslag van te doen, maar de tijd ontbreekt me helaas op dit moment. Vandaar deze relatief korte en bondige samenvatting, zodat ik in ieder geval de meest belangrijke gebeurtenissen en details heb genoteerd opdat ik ze niet vergeet.
Opgraving in de basiliek
Het linkerbeen van de Sedefkar Simulacrum bleek zich niet in de kapel van de Heilige Isidoro in de San Marco basiliek te bevinden. Na ons tot na sluitingstijd te hebben verstopt en alle daaropvolgende noeste inspanningen van Klaus ten spijt, werden wij teleurgesteld door het slechts aantreffen van een briefje in plaats van het porseleinen artefact. De tekst zal ik hieronder herhalen. De hemel zij geprezen dat we niet de nacht in de kille kathedraal hoefden door te brengen, maar dat het me lukte met de haak van mijn prothese het slot van een zijdeur open te krijgen. Als dieven (zonder buit) glipten wij weer weg in de nacht. Gelukkig gaf het zegel dat wij hadden aangetroffen op de envelop ons wel een nieuw aanknopingspunt.

God vergeef me, God help me, ik had het heel hard nodig, dus ik nam het met veel beven en gevoel van heiligschennis. Dat ik, een echte Venetiaan, onze heiligste plek zou schenden! Maar sommige behoeften staan zeker boven alle andere. Hij huilde en smeekte om hulp. Zijn beeld was gebroken, en ik had geen materiaal om het te repareren, want deze vervloekte oorlog maakt alles schaars. Ik herinnerde me eindelijk het oude verhaal. Wat kon ik anders doen? Zijn kleinzoon stierf op Monte Grappa, samen met mijn lieve Marco, en zijn beelden zijn het enige dat hem troost. God vergeef me, God vertrouw erop dat ik alleen mijn best probeer te doen.
De uitvaart van vader Stagliani
De uitvaart van Maria’s vader vond plaats op het San Michele kerkhof, gelegen op een eiland even buiten de stad gelegen. Zowel Alberto als Giorgio waren aanwezig, maar deden hun best elkaar te negeren. De plechtigheid verliep zonder incidenten, evenals de condoleance na afloop bij Maria’s residentie. Daar spraken wij Giorgio die het zegel uit de basiliek herkende als zijnde van de familie Gremanci, van originele poppenmakers, maar na de oorlog nu vooral actief als makers van protheses voor veteranen. Giorgio bood aan om ons naar hun werkplaats te brengen. Die tocht werd echter wreed verstoord doordat Alberto en zijn zwarthemden de gondolier onder druk hadden gezet om Giorgio een lesje te leren. Met enige moeite hebben we een gewelddadige escalatie weten te voorkomen.

De staat van het water
Het getijde brengt de laatste dagen veel zwarte, stinkende olieachtige drek in de grachten van de stad. De geur is op sommige momenten niet te harden, hetgeen onder meer de uitvaart van Maria’s vader ontsierde. Nu schijnt dit verschijnsel op zichzelf niet nieuw te zijn, maar de heftigheid ervan wel. De Venetianen beginnen reeds te fluisteren over vroeger tijden, over de tijd van de Zwarte Dood. Zou dit water ook ziektes met zich meedragen? Klaus en ik meenden op zeker moment een wezen in het water te ontwaren, een visachtige vorm met menselijke armen en handen. Vroeger zou ik het op mijn verbeeldingskracht hebben gegooid, maar tegenwoordig ben ik me er terdege van bewust dat er meer is tussen Hemel en aarde. Wat voor wezen zou het zijn en is er mogelijk een verband met het verontreinigde water?

Moorden in de nacht
Over mysterieuze wezens gesproken…er is een, naar ik sterk vermoed bovennatuurlijke, moordenaar actief in Venetië. Enkele dagen geleden is een man met bovennatuurlijke kracht aan een spies geregen en dag later is een andere man is uiteengereten teruggevonden in een gondel, maar zonder ook maar een spoor van bloed. Daarnaast zijn er waarnemingen gedaan van ‘de dood in een gondel’; een rijzige gestalte die zich met bovennatuurlijke snelheid in een gondel voortbewoog over de kanalen. Het blijft vooralsnog gissen naar wie of wat er precies verantwoordelijk voor deze gebeurtenissen, maar ik vraag me nu wel af of er een kern van waarheid schuilt in de roman van Bram Stoker. Zouden dergelijke wezens bestaan? Ik neig er in ieder geval naar om voor de zekerheid een paar bolletjes knoflook bij me te gaan dragen. Je weet tenslotte maar nooit.
De familie Gremanci
Het spoor naar het gezochte artefact leidde naar deze familie, die al eeuwen actief is als makers van poppen. De verschrikkingen van de oorlog en de voortschrijdende techniek had er in de afgelopen jaren voor gezorgd dat ze hun vakmanschap nu vooral inzetten voor andere doeleinden: het vervaardigheden van protheses. Evenals in mijn eigen thuisland zijn er in Italië namelijk vele soldaten teruggekeerd vanuit de loopgraven die ledematen moeten missen als gevolg van de gruwelen van de oorlog. Dit gegeven heeft gezorgd voor een grote innovatieve impuls op het gebied van protheses, waar ik zelf ook van profiteer. Bij aankomst bij de werkplaats zagen we verschillende veteranen met kunstmatige ledematen welke zich in kwaliteit prima konden meten met onze Amerikaanse producten.

Na enig rondvragen leerden we dat de grootvader van de huidige bedrijfsleider degene moet zijn geweest die verantwoordelijk is voor het meenemen van het artefact uit de kapel in de basiliek. In de bedrijfsboekhouding meenden we aanwijzingen te lezen dat het been mogelijk een nieuwe plaats heeft gevonden in het Palazzo Rezzoniani, waar zich ook een klokkentoren schijnt te bevinden. In de aantekeningen werd namelijk geschreven over ‘vrienden in de klokkentoren’ die mogelijk zijn beschadigd als gevolg van een blikseminslag. Ik vermoed dat met ‘vrienden’ naar poppen wordt verwezen. En gecombineerd met de informatie uit de brief kan het haast niet anders dat het door ons gezochte porseleinen been daar een nieuw thuis moet hebben gevonden. De bewuste familie die het gebouw altijd bewoond had bestaat naar het schijnt inmiddels niet meer, maar het gebouw zelf heeft nog wel een huisbewaarder, zo kwam ons ter ore. Morgen zullen we trachten om een bezoek te plegen.