Beyond the Mountains of Madness

← Sessie 6

Sessie 7 — 20 oktober 2024

Sessie 8 →

14 oktober 1933


"Pete heeft zich een merkwaardig levensdoel gesteld: het proeven van ieder dier op aarde. In het Hilton Hotel te Melbourne slaagde hij erin om krokodil van zijn lijst te schrappen. De smaak, zo ervoer ik het zelf, deed denken aan kip — maar dan met een licht zilte ondertoon, als van vis."

 

24 oktober 1933


"Dolores’ gedrag werd met de dag onberekenbaarder. Er waren momenten waarop zij volkomen beheerst werd door iets... anders. Naast dat vervloekte boek dat haar al weken in haar greep hield, kwam daar in Melbourne nog een obscuur en obsceen beeldje bij. Toen wij haar dat trachtten te ontnemen, liep de situatie volledig uit de hand."

 

"Wat het precies was, weten wij nog steeds niet. Het nam de gestalte aan van een entiteit met een oude Egyptische uitstraling — een gestalte als uit een ver verleden, en toch huiveringwekkend tastbaar. God zij dank verdween het op het moment dat Bernardus dat vervloekte spul in zee wierp. Moge dat het einde ervan zijn."

 

29 oktober 1933


"De uitkijk meldde een schip in de verte — gestrand in het ijs. Wellicht leefde er nog iemand aan boord. Het pakijs maakte varen onmogelijk, maar met het vliegtuig konden we het bereiken. Voor het eerst in lange tijd zat ik weer achter de stuurknuppel. Een kinderlijk vreugdegevoel overviel me."

 

"Het schip bleek de Wallaroo — geheel gevangen in een bevroren gletsjerkom. Slechts het voorsteven stak nog uit het ijs, terwijl het merendeel schuilging onder metersdikke, blauwe massa’s. Er was geen teken van leven te bespeuren."

 

"De Wallaroo was een walvisvaarder geweest, en in haar ruim troffen wij nog de resten van haar laatste vangst aan. Wat er nog van over was, na een half jaar bevroren en verstikt te hebben gelegen in haar stalen graf, was bijna niet te verdragen — zowel visueel als reukmatig."

 

"Wat de aanleiding is geweest tot de waanzin en het bloedvergieten aan boord, blijft vooralsnog een raadsel. Buiten een explosie in de stookruimte ontbraken duidelijke aanknopingspunten. We troffen het lichaam van kapitein Willard aan in zijn kajuit — dood, met een kogel door het hoofd, gezeten aan zijn bureau."

 

"Naast hem lag een afscheidsbrief. Hij vroeg om vergiffenis... maar voor wat precies? De inhoud was mistroostig, maar gaf weinig helderheid. Het slot leek geschreven door een man die alle hoop verloren had."

 

"Na ruim twee maanden op zee zagen wij haar eindelijk aan de horizon opdoemen: de ijle, spookachtige witte muur van het Ross-ijsplateau. Onze bestemming. Het voorportaal van alles wat ons nog te wachten staat. Weldra zou het echte werk aanvangen."