Moorden, medici en monsters

Klaus, Jazmina en ik hadden er geen goed gevoel bij toen we hoorden dat de reporter verantwoordelijk voor het artikel over de opgravingen, Vesna Femic, al enkele dagen niet op haar werk was verschenen. Een bezoek aan haar huisadres was daarom de volgende stap van ons onderzoek. En ons voorgevoel bleek helaas te kloppen—in Vesna’s kleine huisje vonden we verschillende aanwijzingen die erop wezen dat ze op gewelddadige wijze, opgerold in een vloerkleed, was ontvoerd. In haar achtergebleven winterjas troffen we haar notitieblokje aan met daarin de naam en een briefje van een student van Dragomir Moric, genaamd Lazar Andic, met wie ze recent aan een artikel had gewerkt en een locatie waar hij haar wilde ontmoeten, de Rose Garden.

“Hij weet het. Ontsloeg ons en sloot. Ontbood dochter. Gedroeg zich raar. Vertel je vanavond meer in Rose Garden. Zelfde kamer. L.”

De Rose Garden bleek een plek voor kamertjesverhuur, die met name gebruikt werd voor ontmoetingen met prostituees. Na het toestoppen van wat geld aan de uitbater leerden we dat Lazar hier inderdaad tot enkele dagen geleden een kamer huurde, maar plotsklaps was verdwenen. Ook hier ontbrak er een tapijt.

In de steeg naast de Rose Garden werd onze vrees bewaarheid. In twee opgerolde bloederige vloerkleden troffen we de naakte, ontzielde lichamen aan van zowel Vesna als Lazar, hun schedels ingeslagen tot de dood erop had gevolgd. Wat zou er zo belangrijk zijn aan de opgraving dat moord op deze twee arme zielen rechtvaardigde? En wie zouden ervoor verantwoordelijk kunnen zijn?

Misschien dat dokter Goran Belenzada, de goede vriend van Dr. Moric ons meer zou kunnen vertellen. Op naar het hospitaal dus. Daar aangekomen bleek hij enkel in de ochtend daar te werken, maar ’s middags onderzoek uit te voeren in zijn eigen privékliniek. De oorlog had ook in deze contreien voor veel soldaten met missende ledematen gezorgd en dokter Belenzada deed onderzoek op dit gebied. Wat dat onderzoek precies inhield kon de zuster in het ziekenhuis ons helaas niet vertellen, maar het maakte mij uiteraard wel nieuwsgierig.

Aangezien de middag inmiddels ten einde was gekomen, besloten we dat de dokter bezoeken bij zijn kliniek tot morgen zou moeten wachten, maar we wilden toch wel alvast even een blik werpen op het gebouw. Na het diner pakten we daarom een taxi naar het ommuurde complex dat even buiten de stad lag.

Het gebouw bleek geheel omgeven te zijn door een muur en te worden bewaakt. We lieten ons buiten het zicht van de bewaker (die een been miste) afzetten in het inmiddels donkere woud. Over de muren van het complex glurend, zagen we dat die ene bewaker niet de enige aanwezige was, maar dat er meerdere collega’s van hem aanwezig waren, ook allen met geamputeerde ledematen. Het voelde allemaal behoorlijk geheimzinnig aan en ik kon niet wachten om bij daglicht een officieel bezoek te gaan brengen.

Op de terugweg echter, op enkele honderden meters van het complex van dokter Belenzada, kwam er plots een monsterlijke gedaante uit het bos op ons afrennen. Het wezen had een menselijke gestalte, maar een mens was het zeker niet. Het bleek een onheilige samensmelting van dierlijke en menselijke ledematen. En het was vijandig, zeer vijandig. En sterk. Pistoolkogels leken het weinig te deren en pas na drie dynamietstaven van Klaus en mijn meest machtige bezwering zakte het wezen levenloos ineen.

Maar niet voordat het ons ernstig had toegetakeld. Klaus had zichzelf zwaar weten te verwonden met zijn laatste staaf dynamiet, terwijl de krachtige, scherpe klauwen van het wezen diepe wonden hadden achtergelaten in mijn eigen lichaam. Mijn magie had weliswaar het bloeden doen stoppen, maar het kan niet anders dan dat ik hier littekens aan ga overhouden. Alweer.

Jazmina staat zich nu te ontfermen over Klaus. Ja, ik snap dat de man dringend medische verzorging nodig heeft, maar ik dan? Al Klaus z’n ledematen zitten er zo te zien nog gewoon aan en het is niet alsof hij nu direct aan het doodgaan is. Misschien houdt ie er wat littekens aan over, maar bij mannen is dat geen probleem.

Ik word daar daarentegen wel op beoordeeld en afgerekend. Voor een vrouw als ik is het uiterlijk werkelijk belangrijk in deze wereld. Mensen kijken al met afkeer naar me, naar mijn verminking, mijn handicap. Dat ik mij niet binnenhuis verstop en een teruggetrokken bestaan leef als dankbare echtgenote van een of andere man die zich over zo’n arme vrouw ontfermt. Tot overmaat van ramp ruïneerde die verdomde staaf dynamiet van Klaus mijn kapsel en jurk. Gaten, brandplekken—ik zie er niet uit! En m’n prothese is ook weer eens stuk. Klaus en z’n vervloekte dynamietstaven ook. Ik ben het gezicht van deze operatie, hou daar verdomme rekening mee!

Ja, natuurlijk moeten we voor Klaus nu medische zorg regelen. Misschien terug naar de mysterieuze kliniek van dokter Moric waar we net vandaan komen of naar het hospitaal in de stad. Maar ik durf te wedden dat ze mij waar dan ook de toegang gaan weigeren: een of andere smerige en verwilderde eenarmige heks in een in flarden gescheurde en verbrande jurk. Ik zou mezelf ook niet binnenlaten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *